Historie

Historie Vlissingen

De eerste vermelding van Vlissingen stamt uit 620. Vlissingen was toen niet meer dan een klein gehucht ten westen van de oude stad. De naam Vlissingen komt waarschijnlijk van een fles, die in allerlei theorieën over de naam een rol speelt en nog steeds in het wapen van de stad te zien is. De stad heeft al sinds 1315 stadsrechten.

Historie Vlissingen

Scheepsbouw heeft eeuwenlang het stadsbeeld van Vlissingen bepaald. In Vlissingen was één van de werven van de Admiraliteit van Zeeland gevestigd. In 1814 vestigde de Koninklijke Marine hier het Marine Etablissement Vlissingen, een scheepswerf voor de nieuwbouw, reparatie en uitrusting van marineschepen, die in 1868 werd gesloten. In 1875 werd het werfterrein in gebruik genomen door de Koninklijke Maatschappij De Schelde.

Toerisme

Historie Vlissingen

De eerste serieuze plannen om van Vlissingen een badplaats te maken dateren van rond 1880. In 1872 werd in Vlissingen een bescheiden badpaviljoen neergezet. Onder aan de duinen, op de plek waar later de Leeuwentrap zou komen, werd ‘Badhuis Vlissingen’ geopend. Vervolgens is er door Vlissingse ondernemers en bestuurders hard gewerkt om de stad geschikt te maken voor het toen opkomende toerisme. Ze werden daarbij geholpen door de start van de stoombootdienst naar Engeland, de aanleg van een tramverbinding met Middelburg en de komst van de spoorlijn. Met de nieuw aangelegde spoorlijn vanaf West-Brabant kwamen er voor het eerst ook dagjesmensen naar Vlissingen. De ‘Stoomvaart Maatschappij Zeeland’ zorgde voor enkele Engelse verblijfstoeristen, maar echt goed kwam het toerisme niet van de grond.

Historie Vlissingen

Met de benoeming in 1878 van de heer Smit, tevens oprichter van De Schelde, als burgemeester raakte de ontwikkeling van Badplaats Vlissingen in een stroomversnelling. Vlissingen maakte onder leiding van deze burgemeester een uitbreidingsplan dat de oude binnenstad moest ontsluiten. Een brede weg, de Badhuisstraat, werd de verbinding tussen de oude stad en het Badstrand. ‘Vlissingen stad’ en ‘Vlissingen bad’ zijn dan nog twee gescheiden gebieden. Ondanks aanleg van de Badhuisstraat duurt het lang voor die scheiding wordt opgeheven. Strandbezoek en baden waren destijds immers iets voor de elite.

Grand Hotel Britannia

Historie Vlissingen

Het toerisme begint pas echt op gang te komen als in 1886 bovenop de duinen het Grand Hotel des Bains, het latere Britannia, wordt gebouwd. In de zalen van dit hotel vonden al spoedig concerten en andere activiteiten plaats. In de beginperiode was het hotel echter ‘s winters gesloten en de exploitatie was daardoor op den duur niet rond te krijgen. Dat veranderde in 1923 toen het hotel bij een openbare veiling in handen kwam van de ‘Stoomvaart Maatschappij Zeeland’. Na een grondige renovatie werd de naam gewijzigd in Grand Hotel Britannia.

Boulevard

Historie Vlissingen

In 1892 werd de Vereniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer in Vlissingen opgericht. Deze vereniging maakte en verspreidde brochures en plaatste advertenties in landelijke kranten en tijdschriften. Ook adviseerde de vereniging de gemeente over de inrichting van het strand en de boulevard. De ontwikkeling van de badplaats kreeg ook na 1900 volop aandacht van het gemeentebestuur.

Historie Vlissingen

Vanaf 1906 was er een muziektent en in 1907 werd de Leeuwentrap gebouwd om de toegang tot het strand nog makkelijker te maken. Er kwamen kiosken, wandelpaden en zitbanken. ’s Avonds zorgden elektrische booglampen ervoor dat er veilig kon worden gewandeld. De stadswal werd als boulevard tot voorbij het hotel doorgetrokken waardoor deze bijna twee kilometer lange wandelpromenade het visitekaartje van Vlissingen werd. Vanaf die tijd kwam het toerisme goed op gang.

Historie Vlissingen

Op het strand bij de Boulevard Evertsen kon men badkoetsjes huren die door een paard naar de waterkant werden gereden. Op de plaats van het latere Strandhotel kwam het zogenaamde ‘Badkaartenbuffet’. Grote aantallen hoge rieten badstoelen op het strand moesten het de badgast zo comfortabel mogelijk te maken. De muziektent zorgde op gezette tijden voor het nodige amusement en in een badpaviljoen kon men de dorstige keel voorzien van een frisse drank. De ‘Stoomvaart Maatschappij Zeeland’ zorgde verder regelmatig voor Engelse toeristen die in ‘Britannia’ van een rustige strandvakantie konden genieten.

Historie Vlissingen

Het aantal hotels en pensions groeide en steeds meer vermogende particulieren wilden in de buurt van het strand gaan wonen. De boulevard kreeg haar eerste bebouwing en onder aan de nieuwe trap verrees een groot villapark. Vlissingen had in 1919 een voor die tijd volwassen badplaats met de nodige voorzieningen, een goede infrastructuur en behoorde tot de top vijf van Nederland.

Pier

In de jaren '30 wilde burgemeester van Woelderen de economie van de stad vergroten op basis van de drie pijlers toerisme, haven en industrie. De havens van de stad werden vergroot en Vlissingen werd als badplaats gepromoot. Hiervoor werd een Badstrand en een wandelpier aangelegd. Op de kop van deze pier kwam een paviljoen, dat naast een dansvloer ook was voorzien van een toneel. De pier was een grootsucces en was in de jaren voor de oorlog een echte publiekstrekker.

Lang hebben de Vlissingers en de toeristen echter niet kunnen genieten van de wandelpier. Met de komst van de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog werd de pier in 1943 afgebroken om een landing van de geallieerden te voorkomen. Eenzelfde lot trof het eens zo schitterende Grand Hotel Britannia. De Duitse bezetters bouwden het om tot hun hoofdkwartieren met aan beide zijden zware bunkers. Bij de bevrijding van Vlissingen werd het gebouw daarom verwoest door de geallieerde troepen.

Na de oorlog volgde een wederopbouw dat de basis vormde voor de badplaats van vandaag. Het toerisme nam in de volgende jaren sterk toe. In de jaren '90 werden het centrum en de boulevards van Vlissingen wederom geheel vernieuwd. Er kwamen toeristische attracties, vele nieuwe woningen, een overdekt winkelcentrum en overkapte winkelstraten. Vlissingen is sindsdien een moderne stad waar het tegenwoordig goed wonen, werken en recreëren is.